Date
Instance
APP NL Trademark
EURODAG Application number
Applicant
Waltherus Johannes KABALT Text
Rekestnummer: R01/799
Waltherus Johannes KABALT tegen BENELUX-MERKENBUREAU
Uitspraak: 31 maart 2005
Rekestnummers: R01/779, 01/799 en 01/800
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage, kamer MC-5,
heeft de volgende beschikking gegeven op de verzoeken van:
Waltherus Johannes KABALT,
wonende te Hilversum,
verzoeker, (hierna: Kabalt)
procureur: mr. W.F.A.A.A.M. van de Pol,
tegen
Het BENELUX-MERKENBUREAU,
gevestigd te 's-Gravenhage,
verweerder, (hierna: Benelux-Merkenbureau)
procureur: mr. C.J.J.C. van Nispen.
Het verloop van de procedure
1.1 Bij op 14 september 2001 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschriften heeft Kabalt verzocht om het Benelux-Merkenbureau te bevelen over te gaan tot inschrijving van de door Kabalt gedeponeerde tekens EUROMIDDAG, EURODAG en EUROKERMIS.
1.2 De behandeling van de verzoeken van Kabalt is daarna aangehouden in verband met door het hof aan het Benelux-Gerechtshof en het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap gestelde vragen van uitleg.
1.3 Bij brief van 27 mei 2004 heeft Kabalt bericht, dat hij de behandeling wenste voort te zetten. Het Benelux-Merkenbureau heeft daarna bij op 3 augustus 2004 ter griffie van het hof ingekomen verweerschriften de verzoeken van Kabalt bestreden, met verzoek tot veroordeling van Kabalt in de proceskosten.
1.4 Kabalt heeft bij brief van 1 november 2004 verzocht om de mondelinge behandeling van de zaken, die was bepaald op 8 november 2004, als een schriftelijk pleidooi af te doen, zulks met instemming van de procureur Benelux-Merkenbureau. Het hof heeft aan het verzoek van Kabalt geen gehoor gegeven.
1.5 Vervolgens heeft het Benelux-Merkenbureau bij een op 2 november 2004 ter griffie van het hof ingekomen brief producties doen toekomen aan het hof en Kabait, waarvan hij zich op de zitting wenste te bedienen.
1.6 Bij faxbericht van 5 november 2004 en brief van haar procureur van 8 november 2004, heeft Kabalt de door hem ingediende verzoekschriften ingetrokken, welke intrekking door de griffie van het hof is bevestigd bij brief van 8 november 2004.
1.7 Het Benelux?Merkenbureau heeft vervolgens bij brief van 8 november 2004 verzocht om Kabalt in de kosten van de procedures te veroordelen, welk verzoek hij heeft herhaald bij brief van 4 februari 2005.
1.8 Kabalt heeft bij brieven van 9 en 23 februari 2005 op het verzoek van het BeneluxMerkenbureau gereageerd, waarna het Benelux-Merkenbureau bij brief van 2 maart jl. heeft geantwoord. Kabalt heeft laten weten geen gebruik te maken van de hem geboden gelegenheid om een laatste maal te reageren.
Beoordeling
2.1 Het Benelux-Merkenbureau voert voor zijn verzoek tot veroordeling van Kabalt in de kosten van de procedures onder meer aan, dat de intrekking van de verzoeken geschiedde op een moment, waarop de pleitnota's voor de mondelinge behandeling(en) reeds gereed waren.
2.2 Kabalt voert aan dat een proceskostenveroordeling niet aan de orde is, nu hij de verzoekschriften heeft ingetrokken en deze intrekking door het hof is bevestigd. Voorts voert hij aan, dat de verzoeken zijn ingetrokken naar aanleiding van de door het BeneluxMerkenbureau toegezonden producties, bedoeld onder 1.5, en het Benelux?Merkenbureau (enkele van) deze producties al eerder in het geding had kunnen brengen. Verder voert Kabalt aan dat bij een eventuele veroordeling in de kosten, er rekening mee gehouden dient te worden dat de onderhavige zaken nagenoeg identieke depots betreffen en ook gezamenlijk zouden worden behandeld, alsmede dat het concipiëren van ? niet in het geding gebrachte ?pleitnota's niet behoort tot de te liquideren proceskosten.
2.5 Het overweegt als volgt. Nu Kabalt zijn verzoeken tot inschrijving als merk van de tekens EUROMIDDAG, EURODAG en EUROKERMIS heeft ingetrokken, komt het hof niet toe aan een beslissing op die verzoeken. De intrekking laat evenwel onverlet het verzoek van het BeneluxMerkenbureau tot veroordeling van Kabalt in de kosten van de procedure, gedaan bij verweerschrift en herhaald bij brieven van 8 november 2004 en 4 februari 2005.
2.6 Het hof oordeelt dat het verzoek van het Benelux-Merkenbureau, als gegrond, dient te worden toegewezen. Het hof neemt daarbij in aanmerking, enerzijds, dat de verzoeken zijn ingetrokken, kort voorafgaand de mondelinge behandeling, en anderzijds, dat de verzoeken betrekking hebben op onderling sterk verwante depots. Het hof zal Kabalt daarom op na te melden wijze in de kosten van de procedure veroordelen.
Beslissing
Het hof:
veroordeelt Kabalt in de kosten van de procedures, tot op heden begroot op € 2434,64, waarvan € 646,64 (fl. 1425,--) aan vastrecht en € 1788,-- aan salaris procureur.
Deze beschikking is gegeven door Mrs Fasseur-van Santen, Kiers-Becking en Kamminga, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.
* * * * *