Rekest number R03/591

Date
Instance
APP NL
Trademark
GREEN-LINE
Application number
Applicant
J.P. HAVENS GRAANHANDEL N.V.
Text

Rekestnummer: R03/591

 

J.P. HAVENS GRAANHANDEL N.V. tegen BMB

IN NAAM DER KONINGIN

 

Uitspraak: 16 december 2004

Rekestnummer: R03/591

 

HET GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE, kamer MC 5,

 

heeft de volgende beschikking gegeven op het verzoek van:

 

J.P. HAVENS GRAANHANDEL N.V.,

gevestigd te Vierlingsbeek, verzoekster,

hierna te noemen: Havens,

procureur: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,

 

tegen

 

het BENELUX MERKENBUREAU,

gevestigd te ‘s-Gravenhage, verweerder,

hierna te noemen: het BMB,

procureur: mr. C.J.J.C. van Nispen.

 

De procedure

 

Bij beschikking van 6 november 2003 heeft het hof iedere verdere beslissing aangehouden totdat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen uitspraak heeft gedaan in de zaak KPN/BMB (C 363/99).

 

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft op 12 februari 2004 uitspraak gedaan in genoemde zaak.

 

Bij nader verzoekschrift heeft Havens haar verzoek om het BMB te bevelen over te gaan tot inschrijving in het merkenregister van haar depot met nummer 1 000 503 gehandhaafd.

 

Bij nader verweerschrift heeft het BMB zijn verzoek het verzoek van Havens af te wijzen gehandhaafd.

 

Partijen hebben afgezien van een nadere mondelinge behandeling.

 

Beoordeling van het verzoek

 

1. Het hof blijft bij hetgeen het in zijn beschikking van 6 november 2003 heeft overwogen.

 

2. In zijn beschikking van 3 juni 1999 in de zaak KPN/BMB inzake het teken POSTKANTOOR (BIE 1999, nr. 82, blz. 303) heeft het hof vragen van uitleg van de Europese richtlijn 89/104/EG gesteld (onder meer) aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waaronder de volgende, in de onderhavig ge zaak relevante vraag:

 

`/Va Dient het Benelux Merkenbureau, waaraan bij het Protocol van 2 december 1992, houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet op de merken (Trb. 1993, 12), de toetsing van merkdepots op de absolute gronden, weergegeven in artikel 3, lid 1 juncto artikel 2 van de Eerste Richtlijn van de Raad van de EG van 21 december 1988, betreffende aanpassing van het merkenrecht der Lidstaten, nr. 89/104 (PbEG 1989 L 40) is opgedragen, rekening te houden niet alleen met het teken zoals het is gedeponeerd maar ook met alle hem bekende relevante feiten en omstandigheden waaronder die welke hem door de deposant zijn meegedeeld (bijvoorbeeld dat de deposant het teken reeds voor het depot op grote schaal als merk voor de desbetreffende waren heeft gebruikt of dat uit onderzoek blijkt dat het teken voor de in het depot vermelde waren en/of diensten niet tot misleiding van het publiek zal kunnen leiden)?'

 

3. In zijn arrest van 12 februari 2004 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op deze vraag geantwoord (rov. 37) `dat art. 3 van de richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat een voor merkinschrijving bevoegde autoriteit niet alleen rekening moet houden met het merk zoals het is gedeponeerd, maar met alle relevante feiten en omstandigheden. Deze autoriteit moet rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden, alvorens een definitieve beslissing te nemen over een aanvraag voor de inschrijving van een merk. Een rechterlijke instantie bij wie beroep is ingesteld tegen een beslissing over een aanvraag voor de inschrijving van een merk, moet eveneens rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden binnen de grenzen van de uitoefening van haar bevoegdheden, zoals vastgesteld door de toepasselijke nationale regelgeving' (HvJEG 12 februari 2004, zaak C 363/99 (Postkantoor), IER 2004/22).

 

4. Zoals blijkt uit de beschrijving van de producten van Havens op haar website, waarvan Havens een uitdraai in het geding heeft gebracht, heeft het dierenvoer waarvoor Havens het teken GREEN LINE gebruikt een 'groen', in de zin van natuurlijk, biologisch verantwoord, karakter heeft. Het hof verwijst naar hetgeen het in zijn beschikking van 6 november 2003 onder 9 heeft overwogen. Onder het Engelse woord 'line' wordt in de Benelux (onder meer) verstaan: producten lijn/assortiment. Het teken is gedeponeerd voor onder meer voer en voedsel voor dieren en derhalve tevens dierenvoer dat een biologisch verantwoord of milieuvriendelijk karakter heeft. Naar het oordeel van het hof bestaat het gedeponeerde teken uitsluitend uit voor de betrokken waren beschrijvende aanduidingen. De woordcombinatie ontstijgt voorts begripsmatig, visueel of auditie niet de som van haar afzonderlijke bestanddelen. Gesteld noch gebleken is verder dat het teken ofwel door de voor de betrokken waren ongebruikelijke combinatie een indruk wekt die ver genoeg verwijderd is van de indruk die uit gaat van de eenvoudige aaneenvoeging van de benaming van de bestanddelen ofwel tot het normale spraakgebruik is gaan behoren en aldaar een eigen betekenis heeft (gekregen) die voortaan los staat van zijn bestanddelen. Het voorgaande in aanmerking genomen is het hof van oordeel dat het samengestelde teken GREEN LINE uitsluitend bestaat uit tekens of aanwijzingen die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van de soort, hoedanigheid of andere kenmerken van de waar.

 

5. De slotsom is dat het verzoek van Havens, dat strekt tot inschrijving van het depot voor de betrokken waren, zal worden afgewezen. Havens zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding worden veroordeeld, voorzover gevallen aan de zijde van het BMB.

 

Beslissing

 

Het hof:

 

WIJST het verzoek af;

 

VERWIJST Havens in de kosten van de procedure en begroot deze tot op deze uitspraak aan de zijde van het BMB op € 1.787, .

 

Deze beschikking is gegeven door Mrs Fasseur van Santen, Kiers Becking en Verduyn, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.

 

* * * * *

Get 75% of your application fees reimbursed! Read how here.

Read more